Schoenmakerij Venderbosch aan de Dijkstraat, 1895. Zittend vlnr: H. Beuting, eigenaar Eduard Venderbosch met voor zich zijn zoon Herman, onbekend, onbekend, onbekend, Bernard Mellink en Bernard Knippenborg.Staand achter: Herman Beutink, Diderichs en B. Huinink.
Schoenmakerij Venderbosch aan de Dijkstraat, 1895. Zittend vlnr: H. Beuting, eigenaar Eduard Venderbosch met voor zich zijn zoon Herman, onbekend, onbekend, onbekend, Bernard Mellink en Bernard Knippenborg.Staand achter: Herman Beutink, Diderichs en B. Huinink.

Historie looien en schoenmaken in beeld

Algemeen

Foto-expositie Lichtenvoordse leergeschiedenis

LICHTENVOORDE/LIEVELDE - In de negentiende eeuw nam in Lichtenvoorde het ambachtelijk looien en schoenmaken een hoge vlucht. Daar kwam begin 1900 een eind aan door de toen opkomende leerindustrie in Lichtenvoorde, zoals onder andere de leerlooijerij van Hulshof en de schoenenfabriek van H.B. Sterenborg. Vanaf ongeveer 1960 begon echter de aftakeling van de Lichtenvoordse leerindustrie en die is door het faillissement van de laatste der Mohikanen, Herwalt's Tassenfabriek, nu definitief uit Lichtenvoorde verdwenen.

Om een centje bij te verdienen waren er in de 19de eeuw in Lichtenvoorde diverse boeren die zich in de wintertijd bezig hielden met het looien van runderhuiden die bij de slacht vrijkwamen. Daarbij was veel water nodig, dus alleen boerderijen die aan een beek lagen konden zich ermee bezig houden. In Lichtenvoorde waren in 1832 al drie ambachtelijke looierijtjes.
Er werd plantaardig gelooid met eikenschors en het duurde drie jaar voor men van een huid een vel plantaardig gelooid schoenleer had gemaakt.
Het hoogtepunt werd bereikt in 1876 toen er vijf ambachtelijke looiers in Lichtenvoorde waren met in totaal 14 volwassenen en 11 kinderen in dienst.
Begin 1900 waren er in Lichtenvoorde al drie looierijen die zich op industriële basis bezighielden met het looien van huiden. Dat was de nekslag voor de ambachtelijke looiers.
Van de drie leerfabrieken bleef er omstreeks 1960 slechts één over, namelijk de Koninklijke Hulshof's Vereenigde Fabrieken in Lichtenvoorde. Ook die moest echter in november 2013 - wegens hoge milieu-investeringen - het hoofd in de schoot leggen. Het bedrijf werd overgenomen door leerfabriek Rompa uit Dongen.

Schoenmakerijen
Ook de schoenmakerijen in Lichtenvoorde hadden bij de opkomst in de 19de eeuw de wind mee maar moesten later ook allemaal het loodje leggen. In Lichtenvoorde waren in de 19de eeuw veel keuterboertjes met een overschot aan arbeidskrachten (waaronder ook kinderen). In de winter was er voor hen te weinig werk op de boerderij en daarom werd de vrije tijd opgevuld met spinnen, weven , klompen maken en vooral het schoenmaken. Dat leverde een aardige bijverdienste op.
In 1850 vermeldt het gemeenteverslag dat zich in Lichtenvoorde ruim 100 van de 1960 mannelijke inwoners bezig hielden met ambachtelijk schoenmakerswerk.
Het waren deze 'schoesters' die in 1874, ter gelegenheid van het 25-jarig regeringsjubileum van koning Willem III, met 99 man sterk de huidige kei op de Markt vanaf het Vragenderveld naar de Markt in Lichtenvoorde sleepten. De schoenmakers wilden er eerst een beeld van hun patroonheilige St. Chrispinus op plaatsen maar dat werd door andersdenkende Lichtenvoordenaren verhinderd. Als compromis plaatste het gemeentebestuur er toen maar een en goedkoop, klein en wat armoedig beeldje, voorstellende een liggende leeuw, op.

De grootste groei in de schoenmakerij werd bereikt in 1881 toen er in Lichtenvoorde 71 ambachtelijke schoenmakerijtjes waren, waar in totaal 290 mensen werkten.
Rond 1900 waren er al enkele schoenfabriekjes in Lichtenvoorde in bedrijf met als gevolg dat er in 1912 nog maar twaalf ambachtelijke schoenmakers in Lichtenvoorde te vinden waren met in totaal slechts 25 mensen in dienst. Veel ambachtelijke schoenmakers waren intussen in een schoenfabriek gaan werken of in de inmiddels in Lichtenvoorde opgerichte lederwarenfabrieken, waaronder Herwalt's Tassenfabriek.
De grootste schoenfabriek die Lichtenvoorde ooit gekend heeft was die van H. B. Sterenborg aan de Nieuwe Maat. In de topjaren werden daar door 250 werknemers ongeveer 5000 paar schoenen per week geproduceerd. Op 1 april 1964 werd het bedrijf bij gebrek aan een opvolger gesloten.

Zowel de Lichtenvoorde looiers, schoenmakers als lederwarenfabrieken zijn anno 2017 geheel van het toneel verdwenen.

Expositie
Om dit belangrijke stuk Lichtenvoordse historie levend te houden heeft de Oudheidkundige Vereniging Lichtenvoorde, met steun van de Stichting tot behoud van museum Erve Kots en hotel/restaurant Erve Kots, een foto-expositie samengesteld die een gedetailleerd beeld geeft van de opkomst en de neergang van de leernijverheid in Lichtenvoorde. De getoonde 156 historische foto's op groot formaat, met daarbij verklarende teksten, zullen vooral bij de vele oud-werknemers in deze bedrijfstak veel herinneringen oproepen.

De expositie in de galerie van Erve Kots, Eimersweg 4 in Lievelde, is vanaf vrijdag 28 juli tot eind 2017 dagelijks te bezichtigen van 8 uur 's morgens tot 17.00 uur.

Advertenties doorgeplaatst vanuit de krant