Afbeelding

Uut 't Wald | Delle of laegte

Algemeen

Delle of laegte

Had u mij eerder gevraagd wat in de Achterhoek het woord delle betekent, dan had ik geantwoord dat daarmee de deel, dus het achterste gedeelte van een boerderij wordt bedoeld. Maar gisteren kwam ik er bladerend in het WALD (Woordenboek van de Achterhoekse en Liemerse Dialecten) achter, dat delle ook nog een andere betekenis heeft.
Ik wist het dus niet, maar volgens het WALD (deel De Weerld) wordt met het woord delle (ook wel del en in de Liemers döl) een lager gelegen gedeelte in bouw- of weiland aangeduid. Een ander woord voor zo'n laag gelegen stuk is laegte. Dit woord wordt vooral in het gebied van de Oude IJssel gebruikt. In de meer noordoostelijke Achterhoek spreekt men over een leegte en in de Liemers over een leg.
Maar een laag gelegen stuk land wordt rond Lochem en Zutphen (zeg maar: in de historische Graafschap) ook wel aangeduid als zenk of zink, terwijl men het meer oostelijk heeft over een slenk (of slink).
Ook slaoge staat in de Achterhoek voor een lager gelegen stuk grond. Maar in het Montferland en de Liemers zegt men slaege, in Gendringen ook wel sloeg en in Aalten slee. Hank en vlaag zijn twee oudere benamingen, die vooral rond Gendringen en Zeddam gehoord konden worden.
Maar alle woorden die ik hierboven heb opgesomd worden in de dagelijkse streektaal waar we ons tegenwoordig van bedienen niet of nauwelijks nog gebruikt. Bijna iedereen zal het tegenwoordig hebben over een koele of een gat. En dat woord begrijpen zelfs mensen die het Achterhoeks niet beheersen.

Advertenties doorgeplaatst vanuit de krant