Illustratie: Marc Weikamp
Illustratie: Marc Weikamp

Jennine Staring heeft fantasieplanken en woont in een kasteel

Maatschappij

ACHTERHOEK - In Boeren, Burgers en Buitenlui spreken we met inheems, import en idealist over hoe het leven in de Achterhoek is. We evalueren en fantaseren en Marc Weikamp zal illustreren, omdat de regio er is om te eren. Deze week een gesprek met Jennine Staring; ze is kinderboekenschrijfster, familie van dichter A.C.W. Staring en nam in 2005 - met haar echtgenoot Evert-Kees van de Plassche - haar intrek in kasteel ‘De Wildenborch’.

Door Eva Schuurman

De thuishaven van Jennine Staring behoort tot de acht kastelen van Vorden en haar liefde voor de taal behoort tot minstens acht generaties in haar familie. “Dat ik mooi kon schrijven viel in onze familie nauwelijks op. Ik realiseerde me achteraf pas van jongs af aan altijd verhalen te hebben verzonnen, blijkbaar schreef ik altijd.” Want Jennine komt uit een creatieve familie, iedereen kon er goed tekenen, schrijven of bruiste van ideeën. Zo vertelde haar vader de verhalen waar zij later het kinderboek ‘Grasje hier, grasje daar’ op baseerde en trouwde ze met een uitgever. “Maar dat was ie toen nog niet hoor.”

Jennine gaat me voor, de ruime hal door. We wandelen naar haar werkkamer. “Het was de werkkamer van mijn oudoom, hij was kunsthistoricus en deze boeken zijn een eerbetoon aan hem.” Haar computer heeft uitzicht op de tuin en er komt juist een groep toeristen voorbij. Pauwen roepen verderop om aandacht en in vaasjes prijken veren. “We hebben hier alles schoongemaakt, want er mocht destijds niets worden aangeraakt.” Na de grote schoonmaak heeft Jennine enkele planken voor zichzelf bedongen, ze zijn te herkennen aan de aanwezigheid van trollen en elfen. En onderaan haar fantasieplanken snurkt de hond, ze begroette me en durfde te rusten; welterusten.

Wie er deze dagen ook onder het kasteel-dak slaapt is kleinkind Hidde, hij is vijf jaar en één van de zeven kleinzoons van Jennine en Evert-Kees. “We hebben maar één kleindochter, arm meisje.” Toen Jennine nog zo jong als Hidde was woonde ze veel in het buitenland, waar haar vader werkte voor Shell. Voor het feit dat hij later voor een carrière in Nederland koos, en zij daardoor vanaf haar zevende in de buurt van Haarlem op mocht groeien, is ze hem nog altijd dankbaar. Ze logeerde graag in de Achterhoek bij haar oudoom en oudtante op de Wildenborch, maar kreeg nog niet echt een beeld van de streek: “Ik vond het vooral heel ver weg; de A1 hield op bij Apeldoorn en dan dook je eindeloos de binnenlanden in.” En als Jennine eenmaal bij haar oudoom en oudtante was, brachten de indrukken van het huis haar zoveel dat ze de rest van de omgeving haast niet doorhad. “Doordat je op deze plek woont is er ook altijd enige afstand, dat is gewoon zo.”

Mijn voorvader was een man om van te houden

Want de boeren moesten voor haar oudoom de pet nog afnemen en toen haar vader het beheer van hem overnam vond men hem een indrukwekkende en lange man. Toch wordt met elke generatie de kloof kleiner en het contact met de buurtschap fijner. Het Oranjefeest vindt plaats op het voorplein, met spelen en samenzijn. De Harmonie speelt, de vogel hangt en Jennine houdt een praatje. “We ervaren de afstand nog wel, maar voelen ‘m niet meer.” Al lag het helemaal niet in de lijn der verwachting dat Jennine als jongste van het gezin op de Wildenborch zou belanden. “Ik dacht mijn hele leven: Da’s mooi, ik hoef er niet over na te denken, want ik kom toch niet in aanmerking.” Maar toen het nodig bleek trok de uitdaging alsnog, al realiseerden Jennine en haar echtgenoot pas in de loop der jaren wat ze aangegaan waren. Grootscheepse verbouwingen maakten het mogelijk dat haar ouders er konden blijven wonen. “Ze waren zo verknocht, dat ik zei: Pap, we gaan ervoor.” Dus gaven zij en Evert-Kees zichzelf een jaar en daarna zouden ze elkaar diep in de ogen kijken. “We wisten niet in wat voor een avontuur we ons stortten.”

Ga er maar aanstaan; groots erfgoed, dat particulier eigendom is, in ere houden. “Het is een huis met verhalen, een tuin met verhalen.” Zo groeien er bijvoorbeeld - diepgeworteld - herinneringsbomen die verbonden zijn met elk lid van de familie. “Ik kan nooit zomaar in de tuin lopen en ergens gaan zitten, je merkt altijd wel iets op dat gebeuren moet.” Want in elk detail schuilt iets dat Jennine de verantwoordelijkheid weer voelen doet. “We werken hier met zoveel inspiratie en liefde aan het behoud van het huis en de omgeving.” En Jennine en Evert-Kees doen het echt samen. “Het was traditie dat degene in de lijn van de familie bepaalde, wij hebben bewust gekozen om het samen te doen.” Dus was er veel overleg en maakt het dat je een stevige basis hebt. “Al was mijn man als directeur van een uitgeverij gewend zonder overleg de telefoon te pakken en het te regelen”, zegt ze lachend. Om daarna liefdevol te nuanceren: “Dan zei hij: ‘Oh ja, dat is waar. Wat vind jij er eigenlijk van?’”

De gezamenlijke betrokkenheid van hun gezin is inmiddels niet meer weg te denken op het landgoed. Met Open Tuinendagen zijn al hun kinderen met aanhang aanwezig: “We schenken thee, knippen kaartjes en vertellen het verhaal van hoe we een stuk van ons leven aan dit cultureel erfgoed besteden.” Het brengt ons naar de herinnering van voorvader A.C.W. Staring en hoe zijn zoon handgeschreven boeken bewaarde met daarin ongepubliceerde teksten en liederen van zijn vader. “Daar zit mijn lievelingslied van hem in.” Het bezingt de zorgen en de opluchting die hij had tijdens de zwangerschap van zijn laatste kind. “Het is door zijn oudere dochters gezongen aan het kraambed van hun moeder. Het was een man om van te houden, hij ontroert me nog altijd.”

Eigenlijk stond in haar DNA al geschreven dat ze hier zou willen leven. “Ik ben zo van de eigenheid van de Achterhoek gaan houden. Als we nu in het westen zijn, weten we nooit hoe gauw we weer naar huis moeten. De mensen hebben hier nog een beetje tijd voor elkaar, je kunt op ze vertrouwen.” Ja, Jennine wenst dat we dat behouden. “Ik hoop dat de streek niet wordt bedorven door veel te grote groepen toeristen.” Al snapt ze best dat zij hier komen kijken: “De romantiek van het boerenland en die oude kastelen.” Dus zal ze haar erfgoed blijven delen en is Jennine voornemens hier altijd een thuishaven te houden, ook als andere generaties het erfgoed in ere zullen gaan houden. Want Jennine is voor altijd van de streek gaan houden.


Illustratie: Marc Weikamp

8 keer 8erhoeks met Jennine Staring

Favoriete plek in de Achterhoek:
“Er zijn hier zoveel mooie plekken, neem bijvoorbeeld de ‘Staringkoepel’ bij de Berkel in Lochem. Allang niet meer in ons bezit, maar zo mooi. Of ‘Het Groote Veld’, met kerst wandelden we daar vroeger met de hele familie.”

Mooiste bedrijf/organisatie in de Achterhoek:
“We komen heel graag bij ‘Hotel Bakker’ in Vorden en werken ook nauw met ze samen; als wij hier concerten organiseren hebben we vaak een lunch met hen. Er is daar niets wat niet kan, ze regelen het gewoon.”

Mooiste gebouw in de Achterhoek:
“Van de kastelen vind ik ‘Kasteel Keppel’ één van de mooiste, het is een indrukwekkend kasteel en totaal iets anders dan dit. Of de ‘Walburgiskerk’ in Zutphen; een indrukwekkende kerk, zowel van buiten als binnen. Ik heb bewondering voor hoe Hans Melchers zowel ‘Kasteel Ruurlo’ als ‘Museum More’ in Gorssel heeft gemaakt. Hij heeft zijn geld aan iets voor de gemeenschap besteed, dat heeft ie knap gedaan. Evert -Kees vult vanaf de zijlijn aan: “En het ‘Staring College’ natuurlijk!””

Meest inspirerende Achterhoeker:
“Het is knap wat Pien Pon in Almen heeft neergezet met het ‘STAringmuseum ALmen’. De ‘Ridders van Gelre’ zijn ook inspirerend; die duiken altijd overal op en gaan de hele streek door, dat doen ze met hart en ziel. Ik heb nogal wat contact gehad met Steven van Campen, de Lochemse dichter. Een spreuk van hem sierde de schouwburg in Lochem. Wanneer we praten inspireert hij mij.”

Favoriete Achterhoekse artiest/kunstenaar:
“Johannes Warnardus Bilders heeft prachtige schilderijen gemaakt van de Baakse- en Hackfortse Beek. Daarnaast heb ik bewondering voor mensen die hier een galerie hebben, het is heel leuk als mensen dat soort initiatieven hier proberen.”

Lekkerste Achterhoekse gerecht/drank:
Kleinzoon Hidde haakt in: “Achterhoekse limo!” Oma vervolgt: “De kaneelcake van ‘Bakker Dick ten Broeke’, die verkopen we hier ook. Of ‘Wildenborchers’, dat zijn kleine taartjes; van die koeken met jam en dan weer koek en dan glazuur en iets met room. Een staat een ‘W’ op van chocolade. We houden ook van ‘Wereldbakker Wijnand’ in Laren, de bruidstaarten van alle drie onze kinderen zijn er gemaakt.”

Mooiste Achterhoekse lied:
“’Een Geldersch Lied’ van A.C.W. Staring. Het is hier gecomponeerd.” Ik ben uit Gelders bloed! Oprecht is mijn gemoed; Aan eenvoud heb ik lust; Met pracht en weeld komt zorg; Genoegzaamheid baart rust.

Mooiste Achterhoekse uitdrukking:
“Het kan slechter”, dat is zo typisch Achterhoeks, want het komt ook meestal goed. Ik spreek geen woord Achterhoeks en ga het ook niet proberen, maar blijf ontzettend mijn best doen om het te begrijpen; ze horen hier meteen waar je vandaan komt.”


Jennine Staring. Foto: privé 

Bent u of kent u een goede kandidaat voor deze rubriek? Meld dit dan bij redactie@achterhoeknieuws.nl

Advertenties doorgeplaatst vanuit de krant