Afbeelding

De bingomolen komt zo...

Opinie

Op een druilerige decemberavond in Lichtenvoorde stapte ik van mijn fiets af bij Café de Koppelpaarden. Een briefje op de voordeur meldde mij dat ik mijzelf bij de achteringang van het vertrek kon melden. In de kleine garderobe hing ik mijn jas op en ik ging in een rij staan.

“Wat is je woonplaats?” Werd aan de man voor mij in de rij gevraagd. “Neede” antwoordde hij. “In de spelregels hebben we gemeld dat we een voorkeur hebben voor mensen uit Oost Gelre, dus je bent kansloos.” Zonder een spier te vertrekken en een woord te zeggen draaide de man zich om en liep hij de deur uit.

Een kleine stap naar voren en…
“Naam?”
“Niek.”
“Woonplaats?”
“Zieuwent.”

“Hmm…”
“Als het goed is, sta ik erbij.”
“Ah daar sta je… nummer 19!”

Kijkend om mij heen vroeg ik hem: “Waar is de grote bak waar alle lootjes ingaan?” Bij een loting had ik namelijk al gauw het beeld van die van de FIFA voor mij, die ene waarbij ze dan bepalen welk best betalend land het WK of EK mag organiseren. “Ja haha, de bingomolen komt zo”, was zijn reactie, dat vond ik een goede grap.

Ik pakte mijn gele lootje met nummer 19 en ging, voorzien van een kopje koffie, achter in de zaal zitten. In de kleine zaal met oranje muren, houten vloer en klassieke bar stond een beamer aan met daarop Powerpoint in beeld. Wachtend, op zo’n blauwe stoel die al dat soort zalen in Nederland hebben kwam dé vriendin binnen. “De persoon voor mij werd geadviseerd te vertrekken omdat ‘ie uit Neede kwam!” , zei ze. “Ja, bij mij ook!”

Één voor één liepen er bekende gezichten de zaal in, oud-klasgenoten en vrienden van toen, het voelde nu toch een beetje aan als concurrentie. Naarmate de klok doortikte, kwamen er meer stoelen bij. Het kleine zaaltje in het Lichtenvoordse café zat helemaal vol. Er kon geen concurrentie meer bij. Pakweg 57 lootjes waren er vergeven. 

De man die net minstens twee Needse mensen had weggestuurd pakte zijn laptop en liep naar de tafel die voor het publiek stond. Het was nog net geen podium. “Als iedereen zo ver is, kunnen we beginnen” zei een man met een gestreept overhemd en grijze stropdas. Dit zei hij hard richting de zaal, terwijl er een microfoon achter hem stond. De man haalde een plastic zakje met ballen tevoorschijn. Deze gingen in een klein object met bronskleurige spijlen en een handvat, oftewel… een bingomolen! 

“Gaan we beginnen met het eerste nummer…” zei de man terwijl hij draaide aan het apparaat wat misschien een paar dagen geleden nog mensen een kans gaf op droge metworsten, kaasplankjes en waardebonnen van plaatselijke winkels. Vol spanning wachtte de zaal af welk nummer er toch als eerst uit het haast antieke rad zou rollen. “Drie!” zei de man na een gepaste pauze om de spanning verder op te bouwen. “Ja!” Riep er iemand vanuit het midden van de zaal. Er werd geklapt. “Anders is het ook zo stil”, zei iemand al klappend achter mij.

“Waar is Martijn Krabbé?”, hoorde ik mijzelf zeggen. “Doen we er nu zes en krijgen we dan een reclameblok om vervolgens de laatste zes te verloten?”

De ene na de andere woning aan het Hof aan de Dijkstraat werd vergeven aan een ander en het begon te dagen: De Nederlandse woningmarkt is in een spelshow veranderd.

Advertenties doorgeplaatst vanuit de krant