Afbeelding

Herinnering aan de Watersnoodramp van 1953

Opinie

Eén februari jl. werd de Watersnoodramp in Zeeland van 70 jaar geleden herdacht. Lezer Ad van Schaijk uit Lichtenvoorde deelt langs deze weg graag zijn persoonlijke herinneringen en ervaringen die hem, als dienstplichtig militair in die tijd, zijn bijgebleven. 

Als dienstplichtig militair, was ik Ad van Schaijk, toen 21 jaar, gelegerd in de Generaal Spoor kazerne te Ermelo. Toen we het bericht ontvingen van de watersnood wilden we het liefst direct naar Zeeland vertrekken om te gaan helpen. Het heeft echter een week geduurd voordat wij mochten gaan. De reis moest in de nacht plaats vinden omdat wij in militaire colonne reden.Wij zaten in de tweede vrachtwagen. In Bergen op Zoom reed de voorste vrachtwagen rechts tegen een boom. Even later kwam plotseling een tweede vrachtwagen rechts naast ons op en reed tegen dezelfde boom. Het ergste was dat de kapitein voor de boom stond en bekneld raakte tussen de boom en de auto. We kregen later te horen dat een been afgezet moest worden. Deze ongelukken zijn veroorzaakt door het in nacht langzaam in colonne rijden, waardoor een chauffeur wel eens in slaap kan vallen.

Aangekomen in het rampgebied kregen wij, de afdeling geneeskundige troepen, de opdracht om de aangespoelde lijken op te halen en naar een school te brengen. Die mensen, meestal vrouwen, lagen al een week m het water tussen kadavers, veel hout en troep. Wat mij opviel was dat veel vrouwen een rozenkrans in hun schort hadden zitten. Wij weten natuurlijk niet van welk eiland zij aangespoeld zijn. Bij aankomst in de school hebben we hen in kisten met houtkrullen moeten leggen. We deden dit functioneel. Totdat ik een vrouw in de kist aan het leggen was en een jonge man naar me toe kwam die uitriep: “Dat is mijn moeder!”, die hij al een week aan het zoeken was. Als je dat meemaakt gaat er wel wat in je om. Dat was de realiteit. 

In de vrije tijd gingen wij o.a. wandelen. Op een van onze wandelingen kwamen we langs een grote boerderij waar een boer buiten aan het werk was. We vroegen hem wat voor hem de gevolgen waren van deze watersnoodramp. Hij was heel erg bedroefd omdat zijn stamboekhengst verdronken was. Het was eb en een eind verderop lag een hoop puin dat een huisje moest zijn geweest. De boer vertelde ons dat het een arbeiderswoning was van een echtpaar met zeven kinderen die allemaal verdronken waren. Dit kwam bij ons over als een mededeling maar niet met gevoel. 

Na een week keerden we terug naar onze kazerne in Ermelo om 14 dagen later opnieuw naar het rampgebied te gaan. Nu om dijken te dichten met zandzakken die we eerst zelf moesten vullen. Dat was hard werken. Op een dag ontdekten we te laat dat het al eb geworden was, waardoor we niet meer met de boot terug konden varen naar de overkant. Wij hadden geen mobiele of telefoon met als gevolg dat we de nacht daar moesten blijven. We waren met ongeveer 10 man. Gelukkig stond er een graafmachine op de dijk die niet op slot was. Daarin sliepen we om beurten met een paar man. Die nacht heeft lang geduurd en het was verrekte koud. 

Ik heb uitnodigingen gekregen voor de officiële ingebruikname van het Watersnoodmuseum en andere bijeenkomsten. Ik ben daar vanwege de afstand Lichtenvoorde-Zeeland op mijn eentje nooit naar toegegaan. Wel heb ik een herdenkingsspeldje toegestuurd gekregen en een persoonlijke brief van minister-president Jan Peter Balkenende.

Ad van Schaijk

Advertenties doorgeplaatst vanuit de krant