Docent Lienke Eenink van het Graafschap College reikt de eerste zorgzakboekjes uit aan studenten. Foto: Josée Gruwel
Docent Lienke Eenink van het Graafschap College reikt de eerste zorgzakboekjes uit aan studenten. Foto: Josée Gruwel

‘Dialect geneest niet, maor ‘t vuult better’

Zorg

DOETINCHEM - Studenten Verzorgende IG van het Graafschap College in Doetinchem kregen vrijdag de eerste exemplaren van het zorgzakboekje ‘Eerste Hulp bi-j Plat Praoten’ uitgereikt. Dit handige vertaalgidsje Nederlands – Achterhoeks is een aanzet en een hulpmiddel om nog meer ‘plat te praoten’ in de zorg.

Door Josée Gruwel

Diana Abbink, projectleider bij Erfgoedcentrum Achterhoek en Liemers (ECAL), vroeg aan de studenten of ze haar intro omtrent het boekje in het dialect mocht houden. Dat bleek geen probleem. “We spreken het zelf ook en zo niet dan kunnen we het wel begrijpen”, was het antwoord. Onder elkaar praat een aantal van hen dialect. “Bij voetbal bijvoorbeeld, en in de keet.”

Taal als tovermiddel
Er volgden tijdens Abbinks intro spontaan kleine verhalen die meteen de essentie van het onderwerp raakten. Want ja, wanneer de studenten stage lopen in een zorgcentrum is er eerder een vertrouwensband als ze aanhaken bij het dialect dat de oudere spreekt. Soms werkt dat als een tovermiddel: “Ik merkte dat ik met een meneer die ik zorg verleen veel leuker contact krijg en vertrouwelijker gesprekken voer als ik in het dialect met hem praat. Daardoor roep ik nu als ik bij hem binnenstap heel bewust ‘Mojn’. Met dat ene woordje maak ik hem al blij.” Abbink: “Dialect geneest niet, maor ’t vuult better.”
Een student vertelde dat zijn moeder precies weet wanneer hij op stage is geweest. “Dan praot ik bi-j ’t etten weer plat.” Een ander werden de ogen door de korte verhalen van haar medestudenten geopend: “Thuis wordt bij ons plat gepraat. Ik doe dat niet. Maar papa heeft me drieduizend euro beloofd als ik het leer. Dat heb ik steeds afgehouden, maar nu?”

Meest vertrouwd
Abbink: “Uit onder andere universitair onderzoek is gebleken dat voor veel mensen in een verzorgingstehuis het een enorme meerwaarde geeft als ze in hun streektaal worden aangesproken. Dat is ook logisch. Tenslotte klinkt je ‘eigen’ taal je altijd het meest vertrouwd in de oren, zeker als je wat ouder of ziek bent en/of je ontheemd voelt omdat je moest verhuizen naar een zorgcentrum. Maar niet alle verzorgenden in Oost-Nederland spreken nog dialect. Daar hoopt het ECAL, in samenwerking met het Graafschap College, iets aan te doen. Het Graafschap College onderschrijft het belang van streektaal in de zorg en docente Lienke Eenink maakt zich hard voor een dialectlesprogramma. De aftrap is het uitbrengen en verspreiden van ‘Eerste hulp bi-j Plat Praoten’, een echte must-have voor iedereen in de zorg die graag in de streektaal wil (leren) communiceren.”

Gespreksonderwerpen
In het boekje worden alledaagse gespreksonderwerpen en zorgtermen weergegeven in zowel het Nederlands als Achterhoeks.
Onderwerpen zijn: begroeting, weerpraat, eten en drinken, lichaam en verzorging, activiteiten, slapen en tijd, familie en vertel eens. Ook staan er Achterhoekse gezegdes in, zoals ‘Den enen ziene oele, is ’n andern ziene nachtegaal’ (Smaken verschillen) en ‘I-j hooft ow niet oet te trekken verda’j naor bedde gaot’(Je moet niet te vroeg afstand doen van bezit).

Vervolg
ECAL-directeur Femia Siero. “We besteden dit jaar veel aandacht aan het thema dialect in de zorg. We zijn bezig met het ontwikkelen van lesmateriaal voor zorgstudenten, maar ook on-the-job streektaaltraining voor verzorgenden behoort tot de mogelijkheden. Hiermee hopen we later dit jaar van start te gaan. Op vrijdag 11 november organiseren we een symposium over het belang van streektaal in de zorg. Hiervoor wordt de samenwerking met zorginstellingen, ziekenhuizen, zorgopleidingen en streektaaldocenten gezocht.”

Advertenties doorgeplaatst vanuit de krant