Wekenlang zat Dennis Hahné op de bank met zijn hand omhoog na een ongeval met vuurwerk. Foto's: eigen foto's
Wekenlang zat Dennis Hahné op de bank met zijn hand omhoog na een ongeval met vuurwerk. Foto's: eigen foto's

Dennis Hahné ging door een hel na ongeluk met vuurwerk

Hahné wil anderen waarschuwen met zijn verhaal

LICHTENVOORDE - Hij mist de middelvinger en de sterkste spier van zijn linkerhand en elke harde knal die Dennis Hahné (36) uit Lichtenvoorde hoort, associeert hij met het vuurwerkongeval. Meer dan tien jaar na dato ondervindt hij nog steeds de lasten van zijn domme actie met knalpatronen in de nacht van 31 december 2004 op 1 januari 2005. Hij vertelt zijn verhaal om anderen te waarschuwen.

Door Gerwin Nijkamp

Dennis is eind 2004 25 jaar oud en rijdt als zelfstandig ondernemer op een SRV-wagen. "Oud en wijs genoeg, zou je zeggen", vertelt hij. Helaas bleek op die catastrofale avond het tegenovergestelde. "Vanwege de decemberdrukte had ik geen tijd om vuurwerk aan te schaffen. Mijn broertje gaf me daarom enkele knalpatronen voor een alarmpistool. Hij gaf er geen verdere uitleg bij, ging er vanuit dat ik wel wist hoe ermee om te gaan. Dat dacht ik zelf ook."

Nadat de klok twaalf uur had geslagen, voltrok zich het drama op de stoep voor zijn ouderlijke woning. "Ik ging naar buiten met vier knalpatronen in mijn linkerhand, de vijfde brak ik doormidden en plaatste ik op straat." De Lichtenvoordenaar dacht dat er, net als bij rotjes, een steekvlam zou ontstaan wanneer hij de gebroken patroon zou aansteken. "Het plan was om vervolgens met die vlam de andere patronen aan te steken."

100 hechtingen nodig om schade te herstellen

Het pakte echter anders uit: het hele zaakje ontplofte ineens. "De knal kan ik me niet eens meer herinneren. De luide pieptoon die ik hoorde des te meer. Ik wist direct dat het helemaal mis was." Hij rende naar binnen. Er werd in allerijl 112 gebeld, terwijl een buurvrouw eerste hulp verleende. "Met een handdoek over mijn hand bleven we de wond maar spoelen. Het leek wel rode wijn dat in de wasbak wegspoelde. Ik verloor veel bloed en het was ook al gauw duidelijk dat ik sowieso mijn middelvinger kwijt was. Die werd tien minuten na het ongeval wel gevonden door de buurman, maar was te zwaar beschadigd om weer aan te zetten."

Dennis werd overgebracht naar het ziekenhuis in Winterswijk. Daar werden foto's gemaakt en heeft hij vooral veel gewacht. Wachten totdat hij naar Almelo kon werden vervoerd om geopereerd te worden. "Ik heb daar voor mijn gevoel uren alleen in een kamertje gezeten met mijn hand onder een lakentje. Ik durfde er niet naar te kijken."

Pas de volgende ochtend werd hij geopereerd. De schade was toen ook duidelijk: middelvinger weg, een vingertop afgescheurd, zijn duim bengelde er nog net aan. Ook de handpalm en de bovenkant van de hand waren over de hele lengte opengereten. Vier uur en honderd hechtingen hadden de artsen nodig om de 'horrorhand' te redden.

De operatie was pas het begin van een zware herstelperiode. "Wekenlang lag ik met mijn arm omhoog in de bank. Ik had zo veel pijn dat ik nachtenlang niet kon slapen", herinnert Dennis zich. Ook het verwijderen van de hechtingen was een pijnlijke aangelegenheid. "Dat ging met vijf per keer, meer kon ik niet verdragen."
De therapieën die ervoor moesten zorgen dat hij zijn hand weer kon gebruiken, waren evenmin een pretje. "Door de klap waren alle spieren in mijn hand terug in mijn arm geslagen. Met diverse hulpmiddelen moesten ze weer opgerekt worden. Een ware hel was dat. De revalidatie heeft al met al een jaar geduurd." Dennis zal echter levenslang kampen met de nadelige gevolgen van het ongeluk.

Hij gunt niemand deze lijdensweg en grijpt elke mogelijkheid aan om te voorkomen dat anderen dezelfde fout als hij begaan. "In het verleden heb ik voorlichting gegeven op scholen en ook jonge collega's waarschuw ik als zij stoere praat hebben over vuurwerk. Als ik door mijn verhaal te vertellen ook maar één ongeluk voorkom, ben ik al blij."

De hand van Dennis zoals die er nu uitziet.