Foto: PR
Foto: PR Foto:

Bijen, bermen en groen goed

LICHTENVOORDE - Leden van de Agrarische Natuurvereniging Groen Goed bezochten op een zondagmorgen de bijenstallen van de imkersvereniging in het Wentholtpark in Lichtenvoorde.

In het onderkomen van het gebouw, model hooiberg, werden ze welkom geheten door een op dit moment bloeiende imkersclub met veel actieve leden in Lichtenvoorde en voorgelicht over… bijen. Over hoe bijen leven, wat ze bezighoudt en dat ze ongelooflijk belangrijk zijn. Zo belangrijk zelfs dat het voortbestaan van de mens, en vele andere levende wezens, ervan afhangt.
Naast het gebouw van de bijenvereniging staan vele korven met net zoveel bijenvolken en als het warm genoeg is, honingbijen worden al actief bij temperaturen hoger dan 5 graden Celsius, vliegen bepaalde bijen uit, op zoek naar honing en stuifmeel. In het vroege voorjaar moeten ze daarvoor bij bloeiende bloembollen zijn, zoals het sneeuwklokje en de krokus. Maar ook de bloeiende bomen, met name de windbestuivers , leveren heel veel stuifmeel op. Tijdens deze activiteiten van verzamelen gebeurt er iets belangrijks: er wordt bestoven. Later in het voorjaar komen er steeds meer bloeiende planten en bomen, bijvoorbeeld struiken die bessen gaan dragen en bomen die de zaden verstoppen binnen in de vrucht die ze vormen. Zonder vooral de bijen, maar ook andere insecten, zou zaad- en vruchtvorming nauwelijks plaatsvinden. Geen zaden: geen voortplanting, geen voedsel, geen granen en vruchten.
De honingbijen, maar ook wilde bijensoorten, vlinders en andere insecten, hebben het moeilijk. Er zijn berichten over het uitsterven van honingbijen met als een mogelijke oorzaak het gebruik van chemische onkruidbestrijdingsmiddelen, ook door de monocultuur in de bermen die ontstaat door onder andere frequent maaien. Wat voor de honingbij vooral belangrijk is, is de bron van de honing: bloemen. Door de monoculturen (intensief gemaaid grasland, mais en aardappelen) in het landelijk gebied is de biodiversiteit aanzienlijk verminderd. Er is geen variatie voor honingzoekende insecten. De graanteelt bijvoorbeeld is nagenoeg verdwenen in deze regio. In Oost Gelre probeert men daaraan wat te doen door een speciaal maaibeleid van de bermen.
Het maaibeleid is erop gericht om daar meer bloeiende kruiden terug te krijgen. Dat is een proces dat niet in één jaar lukt, het kost meerdere jaren. De bedoeling is de bermen zo te verschralen, dat dit resulteert in meer bloeiende kruiden en ook een grotere variatie. Daarom wordt er twee keer per jaar gemaaid, een keer rond de langste dag en nog een keer aan het einde van het groeiseizoen. Het maaisel wordt vervolgens de dagen erna opgehaald en afgevoerd. Hierdoor verschraal je de berm, waardoor bloeiende kruiden meer kans krijgen, die moeten een voedselarme grond hebben.
De werkploegen van Groen Goed maaien in opdracht van de gemeente de bermen. Er zijn nogal wat bewoners in het buitengebied die ook aan het maaien zijn geslagen, zodat op vele plekken de berm het aanzien van een gazon heeft gekregen. Het maaibeleid van de gemeente begint al zijn vruchten, letterlijk en figuurlijk, af te werpen: meer voedsel voor insecten. Maar ook wat betreft bijvoorbeeld de aantallen vlinders, omdat veel kruiden waardplanten zijn voor de vlinder. In de bermen groeit en bloeit in dit jaargetijde vooral koninginnekruid (leverkruid), spirea, wederik en duizendblad. Langzamerhand ziet men het resultaat van deze werkwijze en neemt de biodiversiteit en daarmee ook de leefbaarheid toe .