Koovlege

"Vliegen? Ik heb nog liever met tijgers te doen!"
Als ik mijn oud-oom Frans Kaiser dit hoorde zeggen was ik diep onder de indruk. Wat een held, die broer van mijn oma. En hij wist waarover hij het had, want hij had jaren lang in 'ons Indiƫ' gewoond.

Zelf heb ik ook een enorme hekel aan vliegen. En ik citeer graag een liedje van Hans Keuper: Vliege, vliege, a'k oe kriege, a'k oe kriege, slao'k oe plat. Maar vervolgens doe ik dat niedt. Ik kan namelijk nog geen vlieg kwaad doen. (En bovendien heeft mijn lief een enorme hekel aan bloedvlekken op het behang)

Vliegen zijn er in diverse soorten en voor iedere soort kent onze streektaal weer verscheidene benamingen. Zo heet de strontvlieg (de scatophagidae) niet alleen strontvliege (of vlege), maar wordt-ie vaak ook mesvlege genoemd. Maar ook wel koovlege of beestevlege. Terwijl men in Lochem vaak spreekt over een blind-aze of een daze.

Een bromvlieg of vleesvlieg (calliphoridae) wordt doorgaans bromvlege of brommer(t) genoemd, maar in Harreveld kent men ook wel de benaming manendrieter. De paardenvlieg, ofwel de daas (tabanus) gaat in het Achterhoeks meest door het leven als blinde, of blinde haze. Maar ook wel als blinze, blinzeke of bliezeke. En rond Doesburg spreekt men van een knaos. Hetzelfde woord overigens, dat meer richting Liemers voor mug staat. Een oude, verdwenen Achterhoekse benaming van steekvlieg is bremze.
Overigens, die mug waarover ik het had, heet in de Achterhoek gewoon mug(ge). Of rot-mug. Maar die toevoeging is niet typisch Achterhoeks!