De run op bermgras

In de vergunningsaanvraag van RMS werd contractueel vastgelegd dat er maar een beperkt aantal vergistingsproducten in de megamestvergister gebruikt mogen worden. Het hoofdproduct bestaat uit dierlijke drijfmest (jaarlijks ca. 450.000 ton). Drijfmest alleen is moeilijk om te vergisten omdat het voornamelijk uit water bestaat. Om de vergisting op gang te brengen, moet er een tweede product worden toegevoegd (een zogenaamde co-vergister) om zodoende het rendement tot een enigszins acceptabel niveau te brengen. RMS heeft gekozen voor bermgras en droge mest als co-vergistingsproducten. In de vergunningsaanvraag zelf zijn de hoeveelheden niet precies vastgelegd, maar uit de bijlagen blijkt dat RMS uitgaat van ca. 50.000 ton bermgras per jaar. De jaarlijkse bermgrasoogst in heel Nederland bedraagt ongeveer een miljoen ton. Voor de RMS megamestvergisters in Groenlo en Venlo is dus alleen al 10% van deze jaaropbrengst nodig. Groenlo en Venlo liggen niet direct centraal en het benodigde bermgras zal dus van heinde en ver aangevoerd moeten worden. Er is momenteel ook een toenemende vraag naar bermgras voor andere, meer circulaire en milieuvriendelijke toepassingen. Dus wij vragen ons af hoe RMS denkt deze grote hoeveelheden geregeld te krijgen? Er is nu al meer vraag dan aanbod in Nederland. Bovendien is bermgras een seizoensgebonden product en dus beperkt beschikbaar. In de megamestvergister op de Laarberg is maar een zeer beperkte opslag voorzien, dus logistiek gezien lijkt ons dit allemaal niet erg goed doordacht. In de vergunningsaanvraag van RMS werd duidelijk omschreven welke producten vergist mogen worden. De overheid heeft dit duidelijk laten vastleggen om misbruik tegen te gaan. Er zijn namelijk al diverse gevallen van fraude bekend van malafide ondernemers die allerlei niet gecontroleerde rotzooi bijmengen in hun vergisters met alle risico's van dien voor het milieu. Het is zeker niet uit te sluiten dat er op deze manier ook chemisch afval illegaal wordt toegevoegd, want fraude met bijmengen van co-vergisterproducten is niet eenvoudig op te sporen. Controle en handhaving van deze projecten zal de verantwoordelijkheid van de overheidsinstantie ODA worden. Gezien de schaalgrootte van de megamestvergister zal dit voor ODA een hele (te grote?) klus worden. Laten we hopen dat ze hier niet voor de makkelijke weg van gedogen kiezen in plaats van streng handhaven. Bermgras is van nature nogal vervuild door uitlaatgassen. De vervuilingsgraad is natuurlijk afhankelijk van de verkeersdrukte. Daar is in de loop van de jaren op meerdere plaatsen onderzoek naar gedaan en de resultaten zijn gelukkig niet overal even zorgwekkend. Maar over het algemeen is er toch sprake van verhoogde concentraties schadelijke maar ook giftige stoffen (bijv. zware metalen, dioxines etc.). Dat is een van de redenen waarom bermgras niet geschikt is als diervoer. In Duitsland mag zelfs om die reden geen bermgras verwerkt worden in vergistingsinstallaties. Want door de verwerking van bermgras zullen de verontreinigingen uiteindelijk in de gedroogde mestkorrels terechtkomen en zodoende indirect in de voedselketen. Gezien de samenstelling van de mestkorrels en het grote mestoverschot in Nederland worden deze korrels waarschijnlijk naar verre oorden geëxporteerd, inclusief alle verontreinigingen. Met of zonder een co-vergister, bij mestvergisting wordt altijd een veel te positief beeld geschetst van de energieopbrengst. In de praktijk valt de energieopbrengst altijd veel lager uit dan verwacht. De realiteit leert ons dat drijfmestvergisting zeker niet duurzaam is, het kost energie in plaats van dat het opbrengt. Waarom wil ons bestuur dit niet onder ogen zien? Wanneer is voor hen ook de maat vol en worden op basis van deze harde feiten nu eens verstandige en doeltreffende maatregelen genomen met betrekking tot de mestproblematiek, te beginnen met het annuleren van de megamestvergister! www.megamestvergistergroenlonee.nl


OOG informeert naar RMS

GROENLO - Willering van OOG heeft tijdens de raadsvergadering vragen gesteld over de vergister van RMS.

Door Kyra Broshuis

Willering zegt daarover het volgende: "Op 3 april 2018 is de ontwerpvergunning op de aanvraag om een omgevingsvergunning voor de megamestfabriek RMS Groenlo BV vastgesteld door het college van Gedeputeerde Staten van Gelderland. Er zijn destijds diverse zienswijzen en reacties ingediend waaronder die van ons college. De zienswijzen en reacties zijn als het goed is nu verwerkt in een zienswijzennota en zouden te zijner tijd onderdeel uitmaken van het definitieve besluit. In juli werd de verwachting geuit dat het definitieve besluit waarschijnlijk eind september zou worden vastgesteld. Klopt het dat het definitieve besluit niet eind september is genomen en wanneer wordt het definitieve besluit dan wel genomen?" Wethouder Porskamp zegt er inderdaad nog geen definitief besluit is genomen maar dat er vanuit de ODRN (Omgevingsdienst Regio Nijmegen) bericht is ontvangen dat dat in de loop van deze maand zal gebeuren. "We lopen dus een maand achter."

Willering wil ook weten hoe het verdere proces na een definitief besluit zal gaan lopen en of de raad nog nog in beeld komt bij de besluitvorming. Porskamp antwoordt dat na de besluitvorming de weg naar beroep bij de rechtbank openstaat. "En daarna eventueel de Raad van State. Voor wat betreft uw vraag of de raad nog in beeld komt, kan ik zeggen dat dat niet zo zal zijn. Er is één omgevingsvergunning aangevraagd en daar zit de bouw- en milieuvergunning bij in. De provincie is het bevoegd gezag met betrekking tot de omgevingsvergunning. De raad komt dus niet meer in beeld." Willering dringt er bij de wethouder op aan bij de provincie de vinger aan de pols houden. "Wilt u ons actief op de hoogte houden zodat we er niet naar hoeven te vragen." Klein Gunnewiek van de NLOG merkt nog op dat er geen vergunning wordt aangevraagd voor een megamestfabriek, zoals Willering zegt, maar voor een bioraffinagefabriek. Wordt ongetwijfeld vervolgd.