Omwonenden ondervinden geuroverlast van Rompa in Lichtenvoorde.
Omwonenden ondervinden geuroverlast van Rompa in Lichtenvoorde. Foto: Kyra Broshuis

Rompa trekt vergunningsaanvraag in

LICHTENVOORDE- Het bedrijf Rompa Tanneries in Lichtenvoorde heeft de aanvraag voor een vergunning die geuroverlast zou moeten verminderen, ingetrokken. Dat vertelt wethouder Bart Porskamp van de gemeente Oost Gelre.

Door Kyra Broshuis

Sinds 1876
Rompa heeft in maart 2014 looierij Hulshof overgenomen dat in november 2013 failliet werd verklaard. Rompa Tanneries is een joint-venture van Rompa Leder uit Rijen en kalfsvleesproducent PALI-group uit Den Bosch. Hulshof was al sinds 1876 gevestigd in Lichtenvoorde en zit nog steeds op dezelfde plek. Omwonenden ondervinden al geruime hinder als gevolg van stankoverlast. Het is een veelbesproken onderwerp in Lichtenvoorde. Het bedrijf zou niet thuishoren vlakbij het centrum van het dorp. Anderen stellen echter dat de fabriek er al stond en het dorp er min of meer omheen is gebouwd.

Hinderlijke geuroverlast
Wethouder Bart Porskamp vertelt dat er momenteel nog steeds gewerkt wordt met een vergunning uit 2001 en dat de gemeente Oost Gelre al ruim drie jaar met Rompa in gesprek is over de geurhinder. “Er is sprake van hinderlijke geuroverlast voor de naastgelegen woningen. Zeker bij warm weer ervaren de bewoners overlast. De nieuwe revisievergunning is op 8 januari door het college vastgesteld. Nu trekt Rompa echter de aanvraag is. Dat is voor ons een totaal onverwachte handeling. De ontwerpvergunning zou eind deze maand ter inzage worden gelegd. In deze vergunning staan de nodige voorwaarden opgenomen, gericht op het reduceren van de geuroverlast voor de buurt. We hadden al een informatiebijeenkomst voor de buurt gepland op 7 februari. Die gaat overigens gewoon door. We willen de buurtbewoners informeren over onze vervolgstappen. Wij zijn er als gemeente ook om de belangen van de buurt te behartigen.”

Geen reden opgegeven
Voor Porskamp in de reden van de intrekking onduidelijk. “Daar heeft Rompa zich niet over uitgelaten. We hebben uiteraard verschillende gesprekken met het bedrijf gevoerd en wij hebben nooit het idee gekregen dat Rompa de aanvraag zou willen intrekken. Wij hebben de directie van Rompa uitgenodigd voor een gesprek. Ten eerste om de de reden van het intrekken te horen maar ook om onze positie verder toe te lichten. De huidige vergunning wordt gehandhaafd door de Omgevingsdienst en we wilden graag naar een nieuwe vergunning toe. Dat kunnen we nu niet doorzetten en daarom zullen we andere stappen moeten ondernemen. Voor het college is van belang dat de bedrijfsvoering van Rompa/HPT aansluit bij de eisen die worden gesteld. “Dat zijn eisen die ook tegemoetkomen aan het belang van de omgeving van het bedrijf, de buurtbewoners. Nu de aanvraag is ingetrokken beraden we ons hoe we de door ons gewenste voorwaarden zelf kunnen opleggen.”

Eerst met de gemeente praten, dan pas met de pers
Twan de Bie, directeur van Rompa, zegt het vreemd te vinden dat de gemeente hem niet eerst heeft ingelicht alvorens het bericht te verspreiden. “Wij worden nu afgeschilderd als een bedrijf dat niet conform de richtlijnen handelt. Ik wil daar verder niet teveel over uitweiden. We hebben een afspraak staan met de gemeente om ons besluit toe te lichten. Het had de gemeente gesierd als ze dat gesprek eerst afgewacht hadden. Ik ga daarom nu ook niet in op onze redenen; dat is iets dat we eerst met de gemeente willen bespreken en dan pas met de pers.”

Wordt vervolgd.