De blauwe kiekendief is soms als wintergast te zien. Foto: Herman Vreeman
De blauwe kiekendief is soms als wintergast te zien. Foto: Herman Vreeman Foto: Picasa

Vogelwerkgroep telt vijf winters lang wintervogels

In 2023 nieuw Avifaunaboek Zuidoost-Achterhoek

Door Bernhard Harfsterkamp

AALTEN – De Vogelwerkgroep Zuidoost-Achterhoek bestaat in 2023 50 jaar. Dat wil de werkgroep op een bijzonder wijze vieren met de presentatie van een nieuwe Avifauna van het werkgebied. Dat bestaat uit de gemeenten Aalten en Winterswijk en een groot deel van Oost Gelre. In dit geval wordt met een Avifauna een volledig overzicht bedoeld van het voorkomen van broed-, winter- en trekvogels in de Zuidoost-Achterhoek. Op 1 december zijn de leden van de Vogelwerkgroep gestart met systematische wintervogeltellingen.

Al meer dan 45 jaar
Het werkgebied van de Vogelwerkgroep is al zeer goed onderzocht. Vanaf 1973 zijn er vele gegevens verzameld via de jaarlijkse broedvogeltellingen in telkens verschillende proefvlakken. Dat leidde in 1985 al tot het boek 'Broedvogels van Winterswijk'. Dat was niet alleen gebaseerd op recent veldonderzoek, ook historische gegevens uit oude publicaties werden gebruikt. De nadruk lag nog op de ruime omgeving van Winterswijk. Omdat intussen steeds meer vogelliefhebbers uit Aalten, Lichtenvoorde en Dinxperlo lid waren geworden, werd daarna het werkgebied uitgebreid. Daarom leeft bij de Vogelwerkgroep al langer de wens om al die gegevens, die al zijn gepresenteerd in vele rapporten en in het afdelingsblad de Leunink (de dialectnaam voor huismus), in een mooi overzichtswerk te publiceren.

Alle wintervogels in kaart
"Voor de Avifauna is het wel nodig om nog aanvullend onderzoek te doen", zegt Robert Kwak. "Over de broedvogels en trekvogels is al veel bekend, maar van de wintervogels willen we een beter beeld krijgen." Er is wel het een en ander bekend over de vogels, die in de winterperiode regelmatig in de Zuidoost-Achterhoek zijn te zien. "We deden al elke winter watervogeltellingen", zegt Kwak. "Ook telden we in de winter alle vogels, die we langs vaste routes in het buitengebied tegenkwamen. En natuurlijk zijn er altijd losse waarnemingen." Met de wintervogeltelling die op 1 december is gestart wordt voor het eerst systematisch in beeld gebracht welke vogels er in de winter zijn. "We tellen in de maanden december, januari en februari. In vijf jaar willen we alle wintervogels in kaart gebracht hebben."

400 'kilometerhokken'
Voor alle tellingen die de Vogelwerkgroep uitvoert zijn bepaalde methodes. Bij de wintervogeltellingen worden in de komende vijf jaar hokken van één bij één kilometer bezocht, zoals die zijn aangegeven op de topografische kaart. In totaal zijn er 425 kilometerhokken die bezocht kunnen worden. "Dat zijn er 85 per jaar", zegt Kwak, "Ik hoop dat we ze allemaal kunnen bezoeken. Als dat niet helemaal lukt krijgen we nog steeds een goed beeld van welke vogels er in de winter te zien zijn." Bij de wintervogeltellingen wordt op één teldag telkens een uur in drie verschillende kilometerhokken rondgelopen en worden alle vogels geteld. Speciaal wordt gelet op watervogels en de grote open veldvogels. Er wordt geteld op de vroege ochtend, late ochtend en vroege middag. De teltijdstippen worden tijdens de rondes in december, januari en februari gevarieerd, zodat elk kilometerhok één keer op alle tijdstippen is bezocht.

Vogeltellers vaker te zien
Voor de Avifauna wordt daarnaast nog aanvullend broedvogelonderzoek gedaan. "De bewoners van ons werkgebied zullen in de komende jaren daarom vaker leden van de Vogelwerkgroep aan het werk kunnen zien. Vooral in de winter", zegt Robert Kwak. "Ze lopen netjes over de aanwezige wegen en paden." In 2018 mocht Kwak al een omvangrijk en door velen gewaardeerd boek over honderd jaar broedvogels in het Korenburgerveen presenteren. Hij ziet er nu al naar uit om dat in 2023 te kunnen doen met de Avifauna van de Zuidoost-Achterhoek, waarin dan alle gegevens die in ruim honderd jaar zijn verzameld worden gepresenteerd. Het wordt een boek voor iedereen, die in vogels in de gemeenten Aalten, Oost Gelre en Winterswijk is geïnteresseerd. Uiteraard met een analyse hoe het de vogels is vergaan en met suggesties hoe het werkgebied interessanter gemaakt kan worden voor vogels.

Knobbelzwanen op een winters Arrisveld. Foto: Bernhard Harfsterkamp