'Klein Engeland' bijnaam Lichtenvoorde vanwege groots verzet

LICHTENVOORDE - Gelegen op de aanvliegroute van de Royal Air Force naar het Ruhrgebied, niet ver van de grens met Nazi-Duitsland en voorzien van natuurlijke schuilplaatsen als singels, venen en bossen, was de Achterhoek zeer geschikt als hulpgebied voor ontsnapte geallieerde krijgsgevangenen waaronder piloten en ander luchtmachtpersoneel en vele Franse en Belgische jonge mannen die probeerden de kampen te ontvluchten, of na een geslaagde parachutelanding niet in de handen van de vijand te vallen. Om over een andere vorm van verzet, de uitgebreide hulp aan onderduikers en evacuées nog maar te zwijgen.

Door Henri Walterbos

Ook voor andere illegale activiteiten waren de omstandigheden in deze contreien gunstig zoals dat ook gold voor soortgelijk gesitueerde gebieden in ons land. Er was echter nog een voorwaarde vereist, namelijk een bevolking die in voldoende mate de bezetter en diens onzalige plannen verafschuwde en daar actief op reageerde en anticipeerde. Lichtenvoorde en omgeving voldeden ruimschoots aan deze voorwaarden. Passief verzet was er van meet af aan en het actieve aspect daarvan, zij het niet altijd zichtbaar destijds, liet niet lang op zich wachten. Het Achterhoeks verschijnsel 'de kat uit de boom kijken' was maar van korte duur. Het Nazibeest bleek een levensgevaarlijk monster, vals en met grijpgrage klauwen, dat zelden een prooi liet ontsnappen.

Pilotenlijn
Een kaart uit het boek 'In dienst van hun naaste ... ' van B.M. Rijnhout over pilotenhulp in Nederland laat overduidelijk de rol van Lichtenvoorde hierin zien. Een pilotenvluchtlijn die van Hengelo (Ov.) over Lichtenvoorde naar Zuid-Limburg en het Brabantse Tilburg liep. Via de pilotenlijn werden ontsnapte geallieerde krijgsgevangen en bemanningen van neergeschoten vliegtuigen vanuit Twente en de Achterhoek via het zuiden van Nederland naar bevrijd gebied gebracht. Hiervoor haalden ze onder andere met de fiets vanuit Raalte, Rijssen en Hengelo geallieerden naar Lichtenvoorde, waar ze even onderdoken en van daaruit met de trein naar Limburg of Brabant werden gebracht, met gevaar voor eigen leven. Er ging altijd iemand van het verzet mee, met een krant in de zak, die op een speciale manier gevouwen was. Op het station werd dan gezocht naar een persoon die eveneens een krant in zijn zak had, op dezelfde manier gevouwen. Dan wist je dat je daar moest zijn.

Lichtenvoorde kreeg in de oorlog de bijnaam 'Klein Engeland', een erenaam misschien die, ironisch genoeg, niet alleen duidde op een idyllisch eilandje van 'vrijheid', maar ook gevaarlijk was als nauwelijks verhulde verwijzing naar mogelijke hulp en steun aan de geallieerde zaak. Die hulp werd geboden aan honderden, waaronder Engelse en Amerikaanse piloten. Men wist vroeger niet het verschil in uitspraak tussen Amerikanen en Engelsen, vandaar de verwijzing naar de bijnaam 'Klein Engeland.' Daarnaast werden vele Belgische en Franse krijgsgevangenen ondergebracht evenals Russen en Polen. Vele families in Oost Gelre hebben hierin een hoofdrol vervuld, met acuut gevaar voor eigen leven. Fransen verbleven in Lichtenvoorde bij Meijer omdat de heer des huizes de Franse taal machtig was. De familie woonde in een huis met een opvallende groene deur. Het verhaal ging dan ook in dat wereldje rond dat Fransen in Lichtenvoorde moesten zijn, achter de groene deur. Velen zijn er geweest. Bij de familie Leemreize kwam het voor dat er vier nationaliteiten tegelijk in huis onder gedoken zaten, onder in de bijenkistschuur. "Prachtig toch, bij een Achterhoekse boer. En mijn oma liep daar rond met een grote mand met eieren, met daaronder een stapel pannenkoeken voor hen. Als mijn vader daarin zat zei hij altijd dat als hij daar was hij in bevrijd gebied zat", weet Theo Leemreize uit de verhalen.

Het waren 'Piloten Joep', Joep ter Haar, Gert Reinders 'de Hond' en Hendrik Leemreize 'Pietje Stofmeel' die de Tweede Wereldoorlog overleefden en er voor zorgden dat Lichtenvoorde de bijnaam 'Klein Engeland' kreeg.

Actief verzet
De feiten van het actieve verzet in en rond Lichtenvoorde die wijlen Henk Hulshof opsomt in zijn artikel, midden jaren negentig, in 'De Lichtenvoorde', de uitgave van Oudheidkundige Vereniging Lichtenvoorde, zijn indrukwekkend te noemen, en omvangrijk. Zo vonden er wapendroppings plaats in het Zwarte Veen, waarbij Zieuwent een belangrijke rol speelde evenals bij het contact met de geallieerden via zendapparatuur. Boerderijen in Lievelde boden schuilplaatsen voor het stakende personeel van de NS en bergplaatsen voor gedistribueerde wapens van de droppings. Er werd onderdak geboden aan Joodse landgenoten bij families in Vragender en in schuilplaatsen in het Vragenderveen. Er vond een gefingeerde inbraak plaats in het gemeentehuis te Lichtenvoorde waarbij blanco persoonsbewijzen werden buitgemaakt. Daarnaast de geheime formatie in september 1944 van een peloton dat na de bevrijding deel zou uitmaken van het roemruchte Dutch National Battalion en ingezet werd bij de bevrijding van de Veluwe. Er werd een later geannuleerde wapendropping voorbereid in de Harreveldse bulten, waarop een gewapende groep uit Harreveld zich had voorbereid. Er werd na de oorlog een lijst teruggevonden met naam en woonplaats van 236 geallieerde krijgsgevangenen die in Lichtenvoorde gedurende kortere of langere tijd ondergedoken waren. Verder de uitreiking, al dan niet postuum, van het verzetsherdenkingskruis, aan meer dan dertig personen uit de toenmalige gemeente Lichtenvoorde. Ten slotte het verraad dat ook in de verzetsgeschiedenis van Lichtenvoorde een zwarte bladzijde vormt. De slachtoffers van dit verraad vormen de onweerlegbare getuigenis van het Lichtenvoords verzet. Aandacht is er voor hen in de indrukwekkende video die 4 mei vanaf 20.30 te bekijken is op Elna.nl en GroenloseGids.nl. Opdat zij nooit vergeten worden: H. BIaauwgeers, W. Doppen, E. Heusinkveld, gebroeders Kettering, M. Lelivelt en A. Slot.

(O.a. Bron: Uitgave Oudheidkundige Vereniging 'De Lichtenvoorde,' 1995, door Henk Hulshof)