Annie Schurink is blij thuis te zijn. Foto: Henri Walterbos
Annie Schurink is blij thuis te zijn. Foto: Henri Walterbos

Weken tussen hoop en vrees voor gezin van Annie Schurink

Vervolg van pagina 11

ZWOLLE - 'Welkom thuis Annie'. Het bord op de oprit herinnert aan de thuiskomst van Annie Schurink (70), zaterdag 18 april, na een verblijf vanaf 25 maart op de Intensive Care en corona-afdeling in het Streekziekenhuis Koningin Beatrix (SKB) in Winterswijk. In de woonkamer is een wand behangen met liefst 110 wenskaarten en er staan tal van bossen bloemen in de kamer. Annie vertelt over het moment dat ze naar het ziekenhuis ging.

"Toen had ik wel iets koorts", weet Annie nog. Gerard vult haar aan: "De bloeddruk bleek te laag, te weinig zuurstof in het bloed. Ze kreeg hier al direct zuurstof."

Positief
In het SKB werd ze direct al op de IC opgenomen, kreeg ze zuurstof toegediend. Na twee dagen kwam de uitslag: positief. "Na 3 dagen IC ging ze al naar een normale verpleegafdeling, die ingericht was als corona-afdeling. Ik heb haar nog even telefonisch gesproken", weet Martine nog. "In de nacht van zaterdag op zondag kregen we telefoon dat de toestand in een kwartier tijd totaal omgeslagen was. Dat was heel zorgelijk. Toen hebben ze haar terug naar de IC gebracht, geïntubeerd, in slaap gebracht, volle bak behandeling. Dan weet je dat er niets bij moet komen. Het was echt kritiek", kijkt Martine opnieuw zorgelijk. Gerard: "Ik dacht: 'als we vannacht nog een keer telefoon krijgen dan is het gebeurd.'" Annie hoort het allemaal aan. "Ik weet er helemaal niets meer van. Ook niet dat het slechter ging."

De situatie bleef een paar dagen 'matig stabiel', zoals het ziekenhuis haar situatie omschreef. "Op een gegeven moment werd zuurstof langzaam afgebouwd, ging ze met kleine stapjes vooruit, kregen wij weer hoop", kijkt Martine blij. "Ze zeiden ons wel eens dat ze soms twee stapjes voorwaarts maakte maar dan ook weer drie achteruit", weet Gerard nog. "Het virus is totaal onberekenbaar", hoorde hij meerdere keren.
Langzamerhand werd de zuurstof stapsgewijs afgebouwd, evenals de slaapmedicatie, dat ze zelf mee moest gaan ademen. "Op een gegeven moment sprak men de hoop uit alleen op zuurstof over te kunnen gaan, de slang uit haar keel te halen. Dat ging goed. Toen was ze acht dagen in slaap gehouden", weet Martine als ze in de groepsapp nakijkt. "Daarna ging het allemaal best wel snel. Na een paar dagen kwam alweer ter sprake dat ze naar de afdeling zou gaan, al was ze soms iets in de war, dacht ze dat ze in de Molenberg lag. Eigenlijk ging het boven verwachting goed toen nadat ze wakker was alweer met een fysiotherapeut op de rand van het bed moest zitten als eerste oefening. Praten dat lukte helemaal niet. De mond was van binnen kapot, de keel gortdroog omdat die slang erin had gezeten." "Het is nu alweer aardig opgeknapt", klaagt Annie niet. "De sondevoeding vond ik verschrikkelijk", schudt ze haar lijf als bevestiging. "En ik mocht geen water drinken, en ik had zo'n dorst."

'Helaas is Annie vanochtend gevallen. Is zonder bijzijn van de verpleegkundige of fysio gaan staan. Ze had iets willen pakken. Gelukkig niks aan overgehouden zover nu bekend. Daarnaast krijgt ze nog zuurstof en sondevoeding. Ze heeft een wond aan haar mond die behandeld wordt. Annie wil graag drinken, maar dit durven ze nog niet aan. Bang voor verslikken.'

Zorgwekkend
Hoe slecht ze eraan toe is geweest weet ze niet. "Dat hoorde ik op de afdeling pas. Er werkte een zuster uit de Holterhoek die zei: 'Goh Annie, ik ken oe neet weer. Wat bun ie op eknapt.' Die had mij op de IC gezien. Dat stuk ben ik helemaal kwijt. Ik weet ook niet dat ze me in slaap hebben gebracht. Dan schrik je wel, denk je: 'mijn God, wat heb ik toch geluk gehad.' Ik ben door het oog van de naald gekropen besef ik me wel. Dat doet je wel wat. Ik heb een zwager die een paar jaar geleden is overleden. Hij had iets met de longen, heeft ook op de buik moeten liggen. Dan denk ik: 'Goh, Jos hef 't op motten geven en ik heb 't ered.' Daar denk je toch wel steeds aan. Ik ben blij dat ik er nog ben, maar voor hen is het ook verschrikkelijk geweest", kijkt ze naar haar man en dochter, terwijl Gerard met zijn gezicht verscholen achter zijn handen poogt onopvallend een traantje weg te vegen.

Stappen
"Ik ben nog wel een beetje schor, ben tien kilo kwijt, maar dat is niet erg. Honger heb ik niet. Je krijgt van die eiwitrijke drankjes. Langzaam mag ik weer normaal voedsel. Brood, zij het gemalen, vanmiddag worteltjes gehad, met tonijn. Die heb ik niet eens geprakt. Dat ging hartstikke goed. En het smaakte me ook nog." "Ja, ze maakt nu aardige stappen", vind manlief. "Vind ik ook, maar je wilt al snel te veel doen", bekent Annie. "Vanmorgen heb ik de vaatwasser uitgepakt en ingepakt, vanaf zo'n draaistoel. Gerard lag nog in bed. Ook al een keer was opgehangen met de rollator, 'de wasknippen' voorin, wasmand voorop, maar dat is eigenlijk te veel. Ben ik weer op bed in de kamer gaan liggen."
"Dat mot ze neet doon, moar ja, dat is emperigheid", laat Gerard horen. "Tja, dat zit d'r no eenmoal in", verontschuldigd Annie zich bijna. "Ene wee hard löp krieg ie neet an 't zachtjes lopen en andersumme ok neet", komt Annie met haar eigen tegeltjeswijsheid. Er klinkt een harde lach in de kamer. Ook weer als Gerard vertelt dat hij mensen aan de straat steeds vertelt over hoe het met Annie gaat en naar binnen wijst. 'Kiek, doar lig Annie wal.' "Dat is aapjes kijken", ervoer Annie zelf. "Dat is niks, en zei ik kom maar even binnen. 't Is gin Artis hier."

Opstandig
Haar thuiskomst ervoer ze als zeer bijzonder. "Dat was best wel emotioneel. De buurt had een bord geplaatst. Dan weet je pas wat je hebt en begint het besef pas te werken." Ze is de rust zelve terug op haar eigen stekkie. Dat was in het SKB niet altijd het geval. "Je was baldadig in het ziekenhuis", weet Martine. "Dat klopt," bekent Annie schuldbewust. "Ik was een keer zelf uit bed gegaan om te plassen. Ben ik gevallen. Ik was zo opstandig. Ik kon niks, mocht niks, kreeg geen bezoek, lag alleen. Ik zeg: 'met het weekend bun ik thuus'. Zegt die zuster heel lief: 'ja maar mevrouw Schuring, dat gaat niet.' Ik zeg: 'dat zal ik oe loaten zeen dat ik dat kan.' Dan ben je gewoon jezelf niet. Die zusters, echt perfect. Ze hebben alle tijd voor je, ondanks dat ze druk zijn. Ze willen je overal mee helpen, doen alles voor je, staan je bij. Echt petje af. Die hebben het ook niet makkelijk hoor. Ook met beeldbellen helpen ze. Ik had geen kracht maar ben er ook niet handig in. Ze leveren daar knap werk. Grandioos. Als je ziet wat ze allemaal voor je doen. Alles kan."
"Complimenten ook aan de IC", gaat Martine verder. "Als je belde werd je altijd te woord gestaan. Als het even niet uitkwam belden ze een kwartiertje later terug. Je sprak ook altijd degene die mama verzorgde. Ondanks dat ze superdruk waren, namen ze alle tijd, alles werd duidelijk uitgelegd. Precies zoals het is. Ook dat het matig bleef, zeer zorgelijk was." "Ik vind het zo knap wat ze doen", gaat Annie verder met haar lofzang op het verplegend personeel in het SKB. "'t bunt ok nog moar zukke deerntjes hè. Hoe ze voor je klaar staan, altijd vriendelijk en hartelijk. Echt petje af. Ze moeten het toch maar doen. Ook die telefoontjes die die dokters moeten plegen. Dat is ook niet makkelijk." "Ik was al blij dat ze in Winterswijk opgenomen kon worden", is Gerard opgelucht. "Ze hebt 't doar good in orde. Hoppen dat 't doar allemoal zo blif."

Quarantaineperiode
Het was voor het gezin een zenuwslopende tijd. Martine: "Ik heb voor een deel mijn werk vanuit huis gedaan, maar aan de telefoon ook alleen maar corona, terwijl je moeder daar zelf ligt met corona. Ben ik tijdelijk in de ziektewet geweest. Toen ze van de IC af ging was de druk er weer een beetje af."
"Ik heb enorme steun aan Martine gehad", kijkt Gerard terug op de moeilijke periode in quarantaine. "Zij zit een beetje in dat vak. Op een gegeven moment denk je al het ergste, ben je al met dingen bezig waar je helemaal niet aan wilt denken. Met name die ene nacht toen we telefoon kregen. Geen oog meer dicht gedaan en maar malen." "Het bijkomen vond ik het ergste", is Martine zichtbaar geroerd. "Dan heeft ze zo moeten vechten, het alleen moeten doen, komt ze bij en dan moet ze het nog alleen doen. Je weet gewoon uit verhalen dat een dag aan de beademing zo zwaar als een marathon is. Kan ik haar niet helpen, ligt ze daar alleen. Toen had ik het echt zwaar. Kon ik haar gelukkig zien met beeldbellen. Het viel me mee, al hadden ze ons keurig voorbereid op wat we zouden gaan zien. Ik had erger verwacht. Het was best wel emotioneel, maar ook heel fijn. Ook heel moeilijk want ik zag een vrouw die enorm had geleden. Het was zo fijn om haar weer te zien. We konden niet praten." "Ik vond het ook fijn", vertelt Annie zachtjes met nog iets een schorre stem. "Maar ik was zo moe en de mond zo kapot." "We hebben dikwijls een traantje weggepinkt", vertelt Gerard. "En elkaar maar inpraten positief te blijven." "Het is echt de hel en dan hebben wij nog geluk dat ze het gered heeft. Ik ben zo dankbaar dat moeder er nog is. Het was een dubbeltje op zijn kant."

Naoberschap
Komt Annie langzaam bij van haar ziekenhuisopname, zorgen over hulp en boodschappen hoefde het gezin zich niet te maken. Het Zwolse 'noaberschap' vierde hoogtij. "Boodschappen werden gedaan. Alles van de lijstjes werd gehaald, maar er zat iedere keer wat lekkers bij. Extra. Dan Paaseitjes, dan weer koffiekoeken. Zo leuk."

Bij het poseren voor de foto lijken vader, moeder en dochter bewust dicht bij elkaar te gaan staan, met een blik van 'dit pakken ze ons nooit meer af.' "Toen we haar op mochten halen in het ziekenhuis heb ik mama direct geknuffeld. Ik weet dat het niet mocht, maar het moest", sluit Martine af met een beslagen netvlies.




.

Het bord op de oprit herinnert aan de thuiskomst van Annie Schurink. Foto: Henri Walterbos
Afbeelding