Wouter van Eck van Voedselbos Ketelbroek tijdens de Meet Up. Foto: PR
Wouter van Eck van Voedselbos Ketelbroek tijdens de Meet Up. Foto: PR

Pionieren op het land

Over voedselbossen en andere landbouwmethoden

BREDEVOORT - De online Tegenlicht Meet Up van afgelopen vrijdag bij de Koppelkerk te Bredevoort richtte zich in het vierde deel van de serie ‘De maatschappij van morgen’ op landbouw en voedselvoorziening. Wouter van Eck (Voedselbos Ketelbroek) en Zwier van der Vegte (De Marke Hengelo) spraken over hun visie op herstel van de balans tussen gezond voedsel, natuurbeheer, maatschappelijke en economische belangen. Het werd een intens gesprek, het publiek deed online via de chatfunctie actief mee.

Zwier en Wouter zijn op twee heel verschillende manieren bezig om aan boeren en agrariërs een weg te bieden, die zowel regeneratief (herstellend; red.) is voor land en natuur als (letterlijk) een productieve bijdrage levert aan de voedselvoorziening én aan de economische positie van de producent. Op het laatste punt werd in het gesprek heel duidelijk dat daar één van de cruciale factoren ligt voor welk transitiekans dan ook in de landbouw: zo lang de consument voor de kiloknaller blijft gaan, zo lang verwerking en retailers de grootste hap uit de verkoop pakken en banken en investeerders vanuit permanente groei blijven denken, blijft er voor de producent zelf - voor de boer - te weinig over.

Wouter werkt met groot plezier in zijn voedselbos. Een voedselbos is een vorm van landbouw, een door de mens ontworpen productieveld. Alleen de beginselen zijn anders dan in de standaard akkerbouw. Een voedselbos ‘beheer’ je, dat bewerk je niet; je zit structureel dus met lagere kosten. Je moet wel rekening houden dat de eerste jaren (drie tot zeven) de productie onvoldoende is om een onderneming van te draaien. Het vergt geduld. De opbrengsten in het kader van natuurbeheer en klimaattermen, is dat je door vaste beplanting structureel broeikasgassen vastlegt en een leefruimte creëert voor allerlei dieren en planten, die niet bij je producten horen, maar bijdragen en noodzakelijk zijn voor de balans en structuur van het ecosysteem. De opbrengst per hectare is in het voedselbos Ketelbroek nog steeds groeiende. Een zichtbaar effect is dat nu na drie hete zomers - kijkend vanuit de lucht - het voedselbos groen is. Ketelbroek weet het water dus wél vast te houden in tegenstelling tot alle niet structureel beregende gronden eromheen.Daarnaast is de verscheidenheid aan producten enorm. Hoe ziet Wouters beeld van de landbouw eruit? Niet alle landbouw moet voedselbos worden, maar voedselbossen worden wél een belangrijk onderdeel van de landbouw. Uit de reacties van het publiek viel af te lezen dat het aantal voorbeelden van bestaande of geplande voedselbossen enorm is. Wat als iedere grote(re) boer vijf hectare voedselbos aanlegt? Dan draag je al heel wat bij aan biodiversiteit, herstel van de bodem én variatie in het aanbod.

Nederland
is niet groot
genoeg om in
eigen voedselbehoefte te
voorzien


Zwier vertelde met passie over de geleidelijke aanpassingen in de landbouw, waar De Marke met onderzoek en ontwikkeling aan bijdraagt. Doel is om vanuit de bestaande structuren toe te werken naar duurzame (kringloop)landbouw. Nederland is niet groot genoeg om volledig in de eigen voedselbehoefte te voorzien. Dit was onlangs ook in ‘Vee en Gewas’ te lezen. In internationale context gaat het bij de productie voor export niet om export op zich, maar om (internationaal) uitwisselen van goederen, die de één beter kan produceren dan de ander. Een voorbeeld: Nederland is met zijn lage gronden en zandgronden geschikt voor zuivelproductie. In Spanje, waar ze ook graag eens kaas eten, is men goed in het telen van citrusvruchten – iets waar je in Nederland (in het huidig klimaat) niet per se aan zou moeten beginnen. Dus doe waar je goed in bent, draagt binnen acceptabele afstanden bij aan een volledig voedingspakket. En, wat er ook bij hoort: deel de ecologische lasten die daaruit voortvloeien met elkaar. Beperk je dus niet tot denken binnen (lands)grenzen.

Vragen vanuit de online deelnemers van de Meet Up richtten zich op hoe het gesprek met de consument wordt gevoerd. Immers, hun keuze in de winkel bepaalt hoe de landbouw zich gaat ontwikkelen: wat niet wordt gekocht - omdat de consument bijvoorbeeld de manier van produceren niet acceptabel vindt - zal de impuls geven tot verandering. Een andere vraag vanuit het publiek was wanneer een voedselbos break-even draait. Volgens Wouter hangt dat heel erg van het ontwerp af: hoe groot, hoeveel variatie in de beplanting (Ketelbroek was met 700 soorten wat uit de bocht geschoten) en zeker ook hoe en waar je je producten verkoopt. Voor Ketelbroek was de verwachting dat er de eerste vijftien jaar geen winst gemaakt zou worden. Dit moest al snel worden bijgesteld: er werd al veel eerder winst geboekt. Gevraagd werd of er ook een mogelijkheid is om een voedselbos in coöperatieve vorm op te zetten, vergelijkbaar met de Heerenboeren. Ook dat zou kunnen: samen plannen en planten. Daarbij moet alleen niet worden vergeten dat het een zekere rust nodig heeft om zich te kunnen ontwikkelen, om een eigen balans te vinden. Men concludeerde dat er iets fundamenteel fout zit in het huidige systeem als de opbrengst voor de boer niet eens de kostprijs dekt, laat staan een inkomen genereert. Ook werd de verouderde en tegenstrijdige wetgeving genoemd waar de boer geacht wordt aan te voldoen. De vraag is hoe de boer met trots voor ons voedsel kan zorgen, met respect en aandacht voor de natuur. Thijs Wieggers haakte daarop in en ging de dialoog over juist dat punt aan met Wouter en Zwier.

Zwier beantwoordde de vraag hoe de landbouwer weer vrijheid krijgt. Hij gaf aan dat er een aantal fundamentele veranderingen nodig zijn: in de maatschappij, in het regelsysteem, maar vooral in de verdienmodellen. Ook vragen als verdeling van welvaart en voedsel kwamen aan de orde. Zowel wereldwijd als ook binnen Europa. Binnen Europa is in principe de afspraak gemaakt, dat de focus op productie van producten daar komt te liggen, waar dat het beste kan. Doe dus regionaal wat regionaal zinvol is, maar kijk voor andere producten breder: bijvoorbeeld voor graanproductie naar Frankrijk. Gesteld werd dat het een beetje waanzinnig is, om diervoeder van buiten Europa te halen. Daarmee stoppen zou al een wezenlijke bijdrage aan natuur en milieu leveren. Ook ontstond er een gesprek tussen beide panelleden: is het nu wel of niet noodzakelijk om (op termijn) een voedselbos te bemesten? Zwier bood Wouter aan om samen te kijken of er op De Marke experimenteerruimte kan ontstaan.

Conclusie van de avond: er is ruimschoots kennis hoe voedselproductie in Nederland anders kan en er zijn methodes en gereedschap om het anders te doen. De biologisch/ecologische en technische kant kwamen in het gesprek nauwelijks aan de orde. Dus: willen we natuurherstel én gezond voedsel van eigen bodem, moeten we samen vooral andere economische en maatschappelijke keuzes maken zodat de boer ook weer de ruimte ervaart om zijn bedrijf te ontwikkelen in plaats van alleen aan schaalvergroting te werken.

De volgende Meet Up in de serie ‘De maatschappij van morgen’ heeft de energietransitie als thema en vindt plaats op vrijdagavond 11 september. Aanmelden kan via de website van de Koppelkerk. Alle vier afgelopen edities van de online Tegenlicht Meet Up zijn terug te kijken via www.koppelkerk.nl/terugkijken.

Een luchtopname laat zien dat het voedselbos wel groen is, in tegenstelling tot omliggende stukken land. Foto: PR