Dode bomen bij de Gasteveldsdijk. Foto: Barbara Pavinati
Dode bomen bij de Gasteveldsdijk. Foto: Barbara Pavinati Barbara Pavinati

Peter Lindeboom ziet kansen voor een klimaatbestendig bos

Vervolg van de voorpagina

In 1998 ging Peter met pensioen, heeft hij een jaar in Wageningen bosbouw gestudeerd en is hij zich actief gaan bezighouden met de bossen. Daarvoor had hij er door zijn drukke baan geen tijd voor en besteedde hij het onderhoud uit aan aannemers. Het bos was oorspronkelijk geplant voor de mijnbouw. De sparren worden gekapt, omdat ze doodgaan door droogte en stormen. Maar ook omdat er geen mijnen meer zijn die ze gebruiken. Peter: ”Tot 2010 heb ik al het plantwerk zelf gedaan, daarna liet mijn leeftijd dat niet meer toe. Ik zie het als mijn taak om het bos goed te onderhouden en door te geven aan de toekomst. Ik heb er lol in om dat te doen. Na mijn dood gaat het naar mijn kleinkinderen.”

'Ik zie het als
mijn taak om
het bos goed
te onderhouden en
door te
geven aan
de toekomst'


“In 2018 was er in januari een grote storm waardoor er veel bomen zijn omgewaaid en de zomer erna was het heel droog. Daardoor is het bos erg beschadigd,” legt Peter uit, “Er was te weinig hars in de stammen. Hierdoor kon de letterzetter, een kever, gaatjes boren en eieren leggen in de boom. De jongen van deze kevers vraten het spinthout aan. Dat is de buitenste laag waarmee de boom zijn water opzuigt. Hierdoor gingen de bomen dood. Deze kever, die altijd in de bossen leeft, kwam met 100.000 tegelijk en zorgde voor een ware plaag. Zo’n plaag duurt wel drie tot zes jaar. Daarna komt de zwarte specht om de kevers op te eten. Als er tussendoor een nat jaar is, kan de kever zich niet vermenigvuldigen, omdat de sparren dan weer hars maken. Kevers verzuipen namelijk in hars. Voor de lariksen geldt een ander verhaal. Deze worden aangevreten door de snuitkever. Die boort ook gaatjes, maar is niet zo talrijk en niet ook niet zo dodelijk. Daarom worden er minder lariksen gekapt.”

Klimaatbestendig bos
Peter: “Doordat er voornamelijk een monocultuur is van sparren, gaat de sterfte hard. Vorig jaar zijn er veel sparren gekapt. Er komen 1500 heel andere bomen voor terug die in een speciaal plantverband dat 'klumpen' heet geplant gaan worden. Er worden acht soorten bomen binnen vier jaar her-beplant door Bosgroep Midden Nederland: de boomhazelaar, de fladderiep, de tamme kastanje, de boskriek, de linde, de acacia, de berk en de zomereik. Deze bomen moeten voor een klimaatbestendig bos gaan zorgen.”

'Sparren
zijn inheemse
bomen die
in een ander
klimaat beter
op hun plek
zijn'


Kapvergunning
“De eerste keer dat er een bos omwaaide was ik heel triest. Ik bedacht mij dat die bomen hier eigenlijk ook niet hoorden. Sparren zijn inheemse bomen die in een ander klimaat beter op hun plek zijn. Toen zag ik kansen voor een heel ander bos. Een klimaatbestendig bos. Het kappen deed mij wel wat. Echt leuk vond ik het niet. De Bosgroep heeft een kapvergunning geregeld en daarbij moesten zij onderbouwen waarom er gekapt moest worden. Er zijn protesten geweest tegen de kap. Ook door de gemeente. Nu het ingeplant is, zegt niemand er meer wat van. Het gekapte hout wordt gebruikt door de houtindustrie, ook het aangetaste hout; de binnenkant is immers nog goed. Ze maken er kisten of papier van of gebruiken het als bouwhout. Ik ben ook met andere zaken dan met het bos bezig: een nieuwe schaatsbaan bij Grolsch Beleg, nadenken over stuwen in de spoorsloten voor de bewatering van het bos en zorgen dat er rond het spoor heide en orchideeën zijn,” besluit Peter.