Liesje Penning

Ik heb een verhaal gelezen over een rijke Amerikaanse vrouw die haar leven doorbrengt op een cruiseschip. Haar man is op een eerdere reis gestorven. Zij heeft al haar bezittingen verkocht en vaart nu voorgoed op het schip. Ze heeft de as van haar man in een urn bij zich. Ze heeft hem beloofd dat ze hem op een oceaan zal uitstrooien, maar ze doet het niet, ze wil hem niet kwijt. De scheepsarts probeert het wel eens met haar te bespreken, maar het is een taboe in een urn. De as heeft het gewonnen van de belofte.

De rijke Amerikaanse vrouw is van Nederlandse afkomst, ze heet Liesje Penning. Ze is als laatste geboren in een groot Rotterdams gezin, ze heeft zeven broers. Haar moeder sterft bij haar geboorte. Haar vader is nooit hertrouwd. Als ze vijftien is verlaat haar jongste broer als laatste het huis, ze is alleen. Haar vader wordt ziek als ze achttien is. De dokter kan niets vinden, hij suggereert dat hij aan het einde van zijn Latijn is. Hij krijgt geen hap meer door zijn keel, hij ademt steeds moeilijker, hij sterft na een week. Liesje Penning reist met een schip van Rotterdam naar New York om een nieuw leven te beginnen. Dat lukt, ze ontmoet een jongeman die vijftien jaar ouder is dan zij. Ze trouwen en gaan bij zijn ouders wonen die een florerende paardenfokkerij runnen. Liesje Penning houdt niet van paarden, maar ze houdt wel van haar man die de fokkerij erft van zijn ouders. Aan het eind van hun leven maken ze reizen op cruiseschepen. Ten slotte blijft Liesje alleen achter. Met haar broers in Nederland heeft ze nauwelijks contact, er leven er nog vier.

Wanneer haar eigen leven zal eindigen, weet nog niemand. Ook niet de man die het verhaal geschreven heeft. Hij stierf terwijl zij nog leefde. Ik heb hem een week voor zijn dood gevraagd wat er nu met Liesje Penning moest gebeuren. Maar hij was al te moe – hij had haar tot leven gebracht, iemand anders moest haar dood maar regelen.