Afbeelding

Echt luisteren kost tijd

Onlandse tijdingen

De grote radiozender kwam naar de stad.
In Hilversum werd de campagne ‘NPO Radio 1 luistert naar jou’ bedacht en dus trok men de provincie in om naar mensen te luisteren.

Zo was voor elke provincie een standplaats geselecteerd - ik meen dichtbij het geografische midden ervan - waarvandaan een dag lang werd uitgezonden.
Nu moet bij ‘een dag lang’ worden aangetekend dat het ging om wat korte schakelingen en flitsen binnen de bestaande programmering, zodat per saldo minder dan een uur naar je geluisterd werd.
Bij het geografische midden van de provincie Gelderland was men bij de oude Hanzestad Zutphen uitgekomen en het geografische midden van Zutphen moet wel het Volkshuis zijn aan de Houtmarkt, ruim een eeuw geleden als koffiehuis opgericht zonder het aanbod van alcohol: men wilde voorkomen dat werklieden hun loon meteen in jenever zouden omzetten.
Meest karakteristiek van dat Volkshuis is wel de grote en geliefde leestafel die voor het raam staat; die was dus de eerste die sneuvelde bij de Hilversumse overname van het lokaal.

Want zo’n live uitzending vanuit de regio of de provincie vergt een licht intimiderende uitstalling van techniek en apparatuur, met als gevolg dat die opbouw ongeveer de helft van het Volkshuis innam (de betere helft) en de bezoekers opeengedrongen in het achterste deel ervan konden plaatsnemen.
‘Sich breit machen’ heet dat in het Duits.

Ik vermoed dat dit gebeurt in de aanname dat de mensen ‘in de regio’ zich daaraan niet zouden hoeven storen: die moeten al vereerd zijn dat Hilversum zich verwaardigt op bezoek te komen.

Maar hoe gelukkig kon men zich in Zutphen prijzen?
Er kwam in dat benauwde uurtje aan zendtijd een handvol stemmen voorbij: wat ‘vox pop’ heel kort vanaf de markt die buiten gaande was, en een paar gasten nauwelijks iets langer van achter de microfoons in het Volkshuis.

De balans?
Een paar zinnen over het verbond van de Hanzesteden als verre voorloper van de EU (hiervoor was de uiterst kundige stadsarcheoloog Michel Groothedde uitgenodigd, maar aan het woord kwam hij nauwelijks.)

Een paar zinnen over ‘de import van mensen uit het westen’.
(Karikaturaal behandeld door een Zutphens cabaretduo.)

Een paar zinnen over de droogte in de Achterhoek.
(Dertig seconden van een verslaggeefster van Omroep Gelderland)

Een opmerking over het ontbreken van een vegetarisch restaurant.
Een paar zinnen over toerisme en drukte.
Hap snap.
Dat was het wel zo’n beetje.
Geen thema werd ook maar bij benadering door enige diepgang geplaagd.
Wat die mensen uit het westen aangaat, die zouden te veel klagen over het lawaai van de ‘dorpsfeesten’. De presentator gebruikte dat woord.

Een dorpsfeest? In een van de oudste steden van het land?
Al met al erg teleurstellend en oppervlakkig, afgemeten tegen zoveel soesa en technisch aplomb.

En welk inzicht werd nu met deze hele exercitie gewonnen?
Ik zou het niet weten.

Neem toch eens de tijd.
Voor werkelijke verdieping moet je zijn bij programma’s als OVT, die de jonge historicus Johan Visser uitvoerig aan het woord liet over het bloedbad van Zutphen in 1572. (Het vond tóch plaats.)

Pas dan weet je na afloop meer. 

Wim Boevink