Vooraanzicht. Foto: Edy Kwak

Vooraanzicht. Foto: Edy Kwak

De kathedraal van de Achterhoek in Zieuwent

Algemeen

Ons leven speelt zich voor een groot deel af in gebouwen. Soms zijn ze puur functioneel, sommige gebouwen zijn er om mee te pronken, terwijl anderen ze juist afzichtelijk vinden. Achter vrijwel elk gebouw schuilt een verhaal. Architect Edy Kwak neemt voor Achterhoek Nieuws een kijkje bij een bijzonder gebouw in de regio. Deze keer de kathedraal van de Achterhoek.

ZIEUWENT - Iedere keer als ik door Zieuwent rijd vraag ik me af waarom staat er in zo’n klein dorp toch zo’n gigantische kerk. Reden voor mij om er eens in te duiken en tot de bodem uit te zoeken.

Eerst maar eens het dorp zelf onder de loep nemen.
In het midden van de dertiende eeuw liet de graaf van Gelre vanaf het naburige Ruurlose Broek naar het riviertje de Berkel een afwateringskanaal graven, de Grevengracht. Het waterpeil zakte zodanig dat vestiging in het moerasgebied van Het Zieuwent mogelijk werd. Maar het bleef een gebied dat ’s winters erg drassig was of deels onder water stond. Hier en daar waren hoogten (droebels) in het land, waarop bewoning mogelijk was zonder natte voeten te krijgen. Op en rond een hoogte die Het Hoenderboom heette ontstond het huidige dorp. Zieuwent, in de middeleeuwen geschreven als ‘Synwede’, betekent oorspronkelijk ‘lage weide’ ofwel moerassig gebied. Het lag in het noordwestelijk deel van de latere gemeente Lichtenvoorde en het zuidelijk deel van de latere gemeente Ruurlo. Dit laatste deel, Zieuwent onder Ruurlo werd officieus nog steeds aangeduid als ‘Achter-Zieuwent’, maar heet nu Mariënvelde.

Door de geïsoleerde ligging en het katholieke verleden ontwikkelde Zieuwent zich tot een dorp met een geheel eigen karakter, cultuur en een sterke gemeenschapszin. Typerend voor Zieuwent is een kleine dorpskern met een groot buitengebied. 

Tijdens de reformatie kerkten de katholieke inwoners van Zieuwent in de barokke Sint-Franciscuskerk te Zwillbrock of de Kruiskapel in Hemden, beide gelegen net over de grens in het Munsterland. Later werd ten noorden van Zieuwent op de Katershorst een schuilkerk ingericht. Nog later ging men in Harreveld op de havezate naar de statiekerk. In 1795 werd een statiekerk ingericht in Zieuwent. Die kerk werd in 1837 uitgebreid. In 1842 werd een nieuwe kerk, een zogenaamde Waterstaatskerk ingewijd. Reeds enkele decennia later was deze kerk te klein geworden en werd de huidige kerk gebouwd.

Pastoor Sanderink, sinds 1894 pastoor in Zieuwent, raakte tijdens een bedevaart naar Kevelaer onder indruk van de bedevaartbasiliek aldaar. Zo’n kerk moest er ook in Zieuwent komen. De bestaande kerk was te klein geworden vanwege de grote kinderrijke families, 8-10 kinderen was geen uitzondering. Toevallig had de aartsbisschop in Utrecht nog een (te duur) plan op de plank liggen van architect J.W. Boerbooms, een leerling van de bekende architect Pierre Cuypers (Rijksmuseum en centraal station Amsterdam). Dat moest het worden. De hele bevolking zou mee gaan werken aan de realisatie. Het werd een giga-project. Een kerk met 650 zitplaatsen met een toren van 75 meter hoog. De inwoners brachten zelf een enorm bedrag bijeen en dat was, samen met de bijdrage van het Rijk en andere subsidies genoeg. De eerste steen werd gelegd op 30 juni 1898 en 15 maand later was de klus geklaard.

Een nieuwe Werenfriduskerk, de ‘Kathedraal van de Achterhoek was verrezen.

Werenfriedus, een Engelse monnik, was een volgeling van Willibrord en kwam in het jaar 690 naar deze omgeving om het evangelie te verkondigen. Weren-fried betekende in het Germaans: de vrede bewaren. Na zijn dood in het jaar 760 is er een getouwtrek geweest waar zijn lichaam moest worden begraven. Uiteindelijk is hij in Elst begraven maar in 1664 is hij overgebracht naar de Jezuïetenkerk in Emmerich. Het beeld van Werenfriedus staat boven de hoofdingang van de Zieuwentse kerk en ook tegen een pilaar in de kerk.

De uiterst imposante kerk is in de Neo-Gothisch stijl als ‘kruisbasiliek’ uitgevoerd met diagonaal geplaatste kapellen aan weerszijden van het koor. De hoge imposante toren is versierd met beelden tegen de klokkenverdieping en een slanke, met pinakels versierde spits. Inwendige bundelpijlers met netgewelven overspannen de hoofdbeuken en over de kruising is een fraai stergewelf aangebracht.

Over het fraaie interieur, het hoofdaltaar, de gebrandschilderde ramen, het Eggert orgel, de klokken en de 16 staties (i.p.v.14) zou ik nog een pagina-vullend verhaal kunnen schrijven maar het gaat nu over de bouwstijl.

Achter de kerk is nog een deel te zien van het processiepark, waar de gelovigen op symbolische wijze een bedevaart konden houden.

Van 1992-1994 heeft de kerk een volledige buiten-restauratie ondergaan en de binnenzijde werd in 1999 gerestaureerd. Met schuursponsjes hebben vrijwilligers al het schoonmetselwerk binnen gereinigd.

Jaarlijks vindt er rond de Pasen een opvoering van de Mathäus Passion van Bach in de kerk plaats, georganiseerd door Paaspop Klassiek.

De ambiance, de verlichtingseffecten, grote beeldschermen, de sfeer, de goede akoestiek maken hiervan een ware indrukwekkende, onvergetelijke, religieuze belevenis.

Hoofdentree. Foto: Edy Kwak
Klokkenverdieping. Foto: Edy Kwak
Spuwer. Foto: Edy Kwak

Advertenties doorgeplaatst vanuit de krant